De foto is gefingeerd.
Een drukkend gevoel op mijn borst, schimmen die dansen op mijn plafondkamer veranderen in enge figuren, een eindeloze gedachtestroom, complete desoriëntatie die maakt dat ik de uitgang van de wc niet meer kan vinden, vallen zonder een bodem te raken.
Dit was mijn leven zo ongeveer vier avonden per week voor drie jaar lang toen ik verslaafd was aan ketamine. Met aan het einde van iedere nacht weer dezelfde belofte: morgen stop ik. Maar de nacht werkte als een soort geheugenverlies; telkens wanneer ik weer een dag had doorstaan, stuurde ik hetzelfde appbericht naar de dealer: 2 gram ketamine en een enkeltje naar vergetelheid. Een verslaving ontstaat niet na de eerste keer dat je gebruikt, maar alle verslavingen beginnen wel met die eerste keer.
Natuurlijk begin je niet met gebruiken in de hoop ooit verslaafd te raken. Tijdens mijn studententijd dronk ik veel en regelmatig, maar de zwaarte van een kater weerhield me er altijd van om er in mijn eentje mee door te gaan. Op festivals ontdekte ik ketamine—verdovend in kleine hoeveelheden, hallucinerend in grotere dosissen. Het aantrekkelijke was dat ik er maar weinig van nodig had om een zelfverzekerdere, meer ontspannen versie van mezelf te worden en dat zonder de nasleep van een kater. Lang wist ik mijn gebruik ‘recreatief’ te houden. Maar tijdens de COVID-lockdown vervaagde de grens tussen feesten en ontspannen. Ketamine, ooit iets dat ik enkel op festivals gebruikte, vond steeds vaker zijn weg naar ons huis. Ik bevond me in sociale cirkels waar men er niet van opkeek als je de keukentafel als snuiftafel gebruikte en ook mijn partner was groot fan van ketamine. In die periode gingen er maanden voorbij zonder dat we nuchter intiem waren. Mijn hele relatie met drugs veranderde.
Ik weet niet of ik in rock bottom geloof. Iedere keer als ik dacht dat het niet erger kon, bewees ik weer dat er een dieper gat was om in te vallen. Zo gebruikte ik eens tijdens mijn bijbaan in een broodjeszaak en in de wc van mijn oma. Ik gebruikte op het 21-diner van mijn beste vriendin, waar ik door mijn toestand niet meer kon speechen, terwijl haar ouders toekeken. Op vakantie met mijn schoonmoeder ging ik zo ver dat ik out ging; ik werd wakker toen zij me probeerde bij te brengen met een massage. Het moeilijkste was dat ik mezelf niet meer in de spiegel kon aankijken. Ik was volledig kwijt wie ik was. Het beeld dat ik aan de buitenwereld liet zien was niet echt en het kostte me zoveel moeite om op een ‘normale’ manier te functioneren dat ik na een dag in de ‘echte’ wereld uitgeput was.
Ik merkte dat vrienden die niet gebruikten me uit de weg gingen en zelf bleef ik vaak liever thuis om samen met mijn partner te gebruiken. Ondertussen stapelden de mentale en fysieke problemen zich op. Ik kreeg veel last van paniekaanvallen en sociale angsten. Slapen werd lastig; ik lag vaak wakker, piekerde veel en had een neiging tot doemdenken. Achteraf zie ik dat ik in die tijd een onbetrouwbare vriendin was. Daarnaast begonnen er ook lichamelijke klachten te komen. Ik kreeg steeds meer last van buikpijn en moest vaak naar de wc. Ketamine kan de blaas beschadigen, waardoor deze krimpt en het moeilijker wordt om het op te houden. ’s Nachts moest ik er wel zes keer uit, en ’s ochtends werd ik wakker met een pijnlijk, drukkend gevoel, waardoor ik meteen naar de wc moest. Mijn beste vriendin zocht in de tijd professionele hulp om haar ketamineverslaving aan te pakken. Zij realiseerde zich eerder dan mijn partner en ik dat ze een probleem had en dat ze niet het leven leidde dat ze wilde. Ik vond haar keuze dapper maar ook moeilijk, want we gebruikten vaak samen. Doordat zij stopte, werd ik ook geconfronteerd met mijn eigen probleem. Mijn oplossing was om haar toen te vermijden.
Ik ben niet één keer gestopt, maar wel 30 keer. Op een gegeven moment kon ik de paniek, het slaapgebrek en het gevoel een sociale mislukkeling te zijn niet langer aan. Het was gemakkelijk om mijn partner te beloven niets meer te halen zodra de ketamine op was. Maar het lastige van een relatie waarin je allebei verslaafd bent, is dat je niet alleen tegen je eigen verslaving vecht, maar ook tegen die van de ander. Het is een oneerlijke strijd. Als hij sterk was, was ik zwak en haalde ik ketamine—en andersom. Lange tijd dacht ik dat ik dit probleem, dat ik zelf gecreëerd had, ook in mijn eentje moest oplossen. Maar uiteindelijk, op een nacht in de afterglow van een k-hole (een door ketamine veroorzaakte toestand waarin je geest zich los lijkt te maken van je lichaam en het kan voelen alsof je bent gestorven), liet ik een bericht achter op de website van Ready for Change. Ik denk dat het vol spelfouten en onsamenhangend was, maar ik werd teruggebeld. Ze konden me helpen, al zou de eerstvolgende plek vanwege mijn verzekering pas over drie maanden beschikbaar zijn. Die periode was zwaar; je weet dat je iets aan je probleem gaat doen, maar ondertussen voelt het alsof je leven in de wacht staat. Zoals veel verslaafden, ging ik in die periode extra gebruiken.
In de wekelijkse één-op- één sessies met de therapeut die aan iedereen persoonlijk wordt toegewezen gedurende het RFC-traject, kon ik echt de diepte in en de pijnlijke punten in mijn leven aanpakken. We werkten samen aan het reconstrueren van het verhaal rondom mijn verslaving en herstel. De vertrouwensband die ik met mijn therapeut opbouwde, was voor mij essentieel. Ze hield me een spiegel voor, stelde kritische vragen en wisselde tussen rollen: soms was ze de zorgzame moeder, de meelevende zus, dan weer de wijze oma met bruikbare en warme raad. Ik leerde de kritische stem in mezelf ter discussie te stellen en ontdekte opnieuw het belang van het doorvoelen van mijn emoties. Ik was lang bang dat stoppen met gebruiken me saai zou maken, dat ik een bepaalde 'edge' zou verliezen. Mijn identiteit was zo sterk gevormd rondom drugsgebruik dat ik was vergeten wie ik zonder drugs eigenlijk was. Ik begon de behandeling met het idee: ik stop tijdelijk, kijk mijn demonen even in de ogen en kan daarna weer verdergaan met gebruiken. In mijn eerste persoonlijke sessie besprak ik dit en toen besloten we om 1 jaar volledige abstinentie in mijn behandelplan op te nemen. Gek genoeg gaf me dat veel rust—een duidelijke mijlpaal om naartoe te werken.
Inmiddels ben ik 1 jaar en tien maanden nuchter en bekijk ik het per dag. In de NA-programma’s, bijeenkomsten van lotgenoten die ik nog steeds af en toe bezoek, noemen ze dat Just for Today. Ik heb mijn leven weer gevuld met leuke, zinvolle activiteiten. Wanneer je overstapt van intensief drugsgebruik naar helemaal niets, kan het leven saai lijken. Verantwoordelijkheid nemen over mijn eigen leven is wat ik bij RFC heb geleerd. Tegenwoordig doe ik veel aan yoga, ik skate en longboard en ik schrijf en perform Spoken Word, waar mijn worsteling met verslaving ook regelmatig in voorkomt.
Ik wil tegen iedereen die worstelt met verslaving zeggen: verwacht in het begin niet te veel van jezelf. Je bent niet binnen één dag verslaafd geraakt, dus verwacht ook niet dat je binnen één dag herstelt. Toen ik bij RFC begon, wilde ik de perfecte ‘leerling’ zijn. Ik wilde bewijzen dat ik anders was dan andere verslaafden en een ‘goede cliënt’ zijn. Achteraf zie ik in dat dit een manier was om mezelf niet écht te laten zien. Je kunt je gevoelens misschien wel cognitief verklaren, maar dat betekent niet dat je ze ook daadwerkelijk doorvoelt. “Overthinking is underfeeling,” las ik ooit en dat sloeg heel erg op wat er in mij plaatsvond. Bij RFC mag je gewoon komen zoals je bent; je hoeft niet de ‘goede cliënt’ te spelen. Ze zullen je helpen in je herstel en daar hoef je niets voor te bewijzen.
Wil je na het lezen van dit verhaal meer weten over behandeling bij Ready for Change? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.