“Je ziet cliënten zich ontwikkelen van rups tot vlinder”

Met trots kan ik zeggen dat ik sinds 1 september 2020 onderdeel ben van de Ready for Change familie. Familie ja! Dat klinkt misschien wat soft, maar zo voelt het. Ik werk als psycholoog op de avondgroepsbehandelingen, doe intakes van nieuwe cliënten, de maandelijkse voorlichtingsavond voor familie en dierbaren en binnenkort zal ik ook familiegesprekken begeleiden. Kortom, een heel divers takenpakket!
Overstap naar verslavingszorg
Voor mij betekende de overstap naar Ready for Change een heuse carrièreswitch. Ik heb negen jaar gewerkt als bedrijfspsycholoog. Ik begeleidde werknemers vanuit allerlei verschillende achtergronden met (veelal) werkgerelateerde psychische klachten. Ik kende Ready for Change al en toen vorig jaar in mijn begeleidingstraject met een cliënt bleek dat de daadwerkelijke kern van het probleem in verslaving lag, adviseerde ik diegene om zich bij Ready for Change aan te melden. Mijn wens om me als psycholoog meer te gaan specialiseren sluimerde in die tijd al een beetje. Met de enorme vooruitgang en het enthousiasme dat ik al na enkele weken behandeling bij mijn cliënt zag, was mijn interesse definitief gewekt en is het balletje gaan rollen.
Eenzijdig beeld van verslavingszorg onterecht
Toen ik bekenden vertelde over mijn overstap naar de verslavingszorg, kreeg ik vaak een reactie van de strekking: ‘Wow gaaf, maar wat zal dat heftig zijn’. En heftig, ja dat is het soms zeker. Maar dan vooral omdat verslaving en het verdriet dat hiermee gepaard gaat voor betrokkenen zo’n enorme impact heeft op mensen zoals jij en ik. ‘Gewone’ mensen met vaak een baan, een relatie/gezin en een sociaal leven. Ik merk dat het beeld dat mensen hebben van de verslavingszorg jammer genoeg nog steeds wat eenzijdig is. En dat veel mensen bij de term ‘verslaafde’ onbewust nog steeds de associatie hebben van de man die onder de brug ligt. Verslaving lijkt wel een van de laatste taboes.
En dat is jammer. Als niet goed wordt herkend waar de (primaire) problematiek van een cliënt ligt, kan deze immers ook niet goed worden behandeld. En het voorbeeld van de cliënt die uitvalt met arbeidsproblemen, maar in feite afhankelijk is van middelen, staat niet op zichzelf. Over het algemeen vinden we het een stuk salonfähiger om te vertellen dat we worstelen met een burn-out, dan dat we worstelen met middelengebruik. Want is dat geen sociale suïcide? Vergooi je niet je kansen op promotie in de toekomst? Hoewel een invoelbare gedachtegang, zou het naïef en hypocriet zijn als dit in de realiteit inderdaad het geval is. Zo’n 15% van de bevolking heeft namelijk van nature de gevoeligheid voor het ontwikkelen van verslavingsproblemen, hetgeen niet direct betekent dat je daadwerkelijk verslaafd raakt, daar is (gelukkig!) meer voor nodig.
Juist wat meer openheid en transparantie over dit onderwerp, zou kunnen helpen in tijdiger hulp zoeken en zodoende meer leed (en maatschappelijke kosten) voorkomen. Gelukkig maken we hier goede vorderingen in. Als cliënten uit mijn behandelgroep met hun omgeving delen over hun verslaving en behandeling, is de reactie eigenlijk unaniem positief en steunend. Sterker nog, vaak vormen zij een inspiratie voor anderen.
Je ziet cliënten zich ontwikkelen van rups tot vlinder
Het is heel gaaf om onderdeel te mogen zijn van het behandelproces dat cliënten bij ons doorlopen. Ik merk dat de wijze waarop Ready for Change de behandeling van verslaving benadert, goed bij mij past. Een hoge betrokkenheid bij de cliënten en hun omgeving, gecombineerd met een no-nonsense aanpak en heel belangrijk: een flinke dosis humor. In de weken die onze behandelingen duren, zie je cliënten zich vaak ontwikkelen van rups tot vlinder. Ik heb natuurlijk aan een aantal zaken echt wel even moeten wennen. Naast het feit dat werken met urinecontroles nieuw was, is als psycholoog met een behandelgroep werken ook echt anders dan individuele gespreksvoering. En waar ik eerder gewend was aan solistisch werken, werk ik nu zeer nauw samen met mijn collega’s. Naast het feit dat je daar veel van leert, ben je ook een steun voor elkaar. Met elkaar reflecteren op ons werk en even stoom afblazen na de twee intensieve behandelavonden, vinden we belangrijk en is nodig om als behandelteam sterk te staan en goed op elkaar ingespeeld te zijn. En daar slagen we volgens mij aardig in!